Melanie De Mol zal in dit deel onderzoeken hoe performance en antropologie kunnen gelinkt worden aan elkaar. Belangrijk hierbij is dat ze eerst even duidt hoe ze de begrippen antropologie en etnografie gebruikt. Ze volgt Clifford Geertz die stelt dat hij antropologie als equivalent voor etnografie gebruikt, of op werken die gebaseerd zijn op etnografie.[1] Ook An Van. Dienderen stelt etnografie voor als het concrete onderzoek (veldwerk) en antropologie als het algemene en overkoepelende.[2] Aangezien deze masterproef niet essentieel over antropologie gaat, wil De Mol het onderscheid verwaarlozen tussen antropologie en etnografie. Ze is er wel van op de hoogte dat deze begrippen verschillen, maar voor deze masterproef is het onderscheid niet essentieel.
Het basiswerk voor dit onderzoek omtrent performance en antropologie is Power and Performance van Johannes Fabian. Het geeft een zeer duidelijk en diepgaand beeld over de recente veranderingen in antropologie en etnografie, en zijn visie op een nieuwe etnografie waarin performance een grote rol speelt.
Vooreerst zal De Mol dit stuk inleiden aan de hand van een tekst van Turner. Hij is immers een grote invloed geweest voor Fabian en zijn nieuwe visie op etnografie.
[1] CLIFFORD, Geertz, Work and lives, Stanford, Stanford University Press, 1988, Preface: p. V.
[2] Interview An Van. Dienderen afgenomen door Melanie De Mol op woensdag 4 mei 2011.